250 gram zelfrijzend bakmeel
200 gram bruine basterdsuiker
125 gram havermout
200 gram roomboter
4 zachtzure appels
75 gram rozijnen
kaneel en suiker
slagroom (optioneel)
De bodem:
Meng het meel, suiker en havermout in een grote kom. Smelt de boter en voeg dit al roerend toe, tot een kruimig mengsel ontstaat. Pak een stuk bakpapier en leg dat op een bakplaat.
Zet een derde deel van het deeg een half uur in de koelkast. (Ik vind het handig om het in een boterhamzakje te bewaren. Dan kun je straks gemakkelijk kruimels maken)
Verdeel het resterende deeg over de bakplaat en druk met de bolle kant van een lepel stevig aan. Maak er zelf een beetje een rechthoekige vorm van.
De vulling:
Was de rozijnen en week ze. Dep ze na het weken droog. Schil de appels en rasp ze grof en breng ze op smaak met suiker en kaneel. Meng het appelmengsel met de rozijnen en verdeel het over het deeg op de plaat.
De toplaag: Verwarm de oven voor op 175 graden. Haal het deeg uit de koelkast en verkruimel het over de plaat. Druk licht aan. Schuif de plaatkoek in het midden van de oven en bak in 60 a 75 minuten gaar. Laat een halfuurtje afkoelen en snijd in 9 stukken. Serveer eventueel met een toef slagroom.
Bron: Metro (aangepast recept)