Merengue
Op 2 eiwitten heb je 100 gram fijne tafelsuiker nodig.
Dus heb je 6 eiwitten, gebruik dan 300 gram suiker.
Verwarm de oven voor op 90 graden. Bekleed de bakplaat met bakpapier.
Het is belangrijk dat de eiwitten op kamertemperatuur zijn en de kom en alle keukenspullen vetvrij. Zijn je spullen niet vetvrij, mislukt het zeker.
Doe de eiwitten in een grote metalen kom.
Klop het eiwit 1 minuut op middelhoge snelheid. Verhoog de snelheid zodra het eiwit schuimig wordt en in volume toeneemt.
Ga door met kloppen tot het mengsel helemaal wit is en er aan het eind van de garde pieken ontstaan.
Schep er al kloppend geleidelijk de fijne tafelsuiker bij, telkens met een lepel tegelijk en klop 20 tot 30 seconden voor de volgende lepel suiker. Blijf kloppen tot de suiker volledig is opgenomen. Het wit moet acht keer zijn oorspronkelijke volume hebben en moet glad en glanzend zijn. Voel het schuim even met een vinger: als het korrelig is, moet je nog even doorkloppen. De meringue is klaar om de oven in te gaan als het eiwitschuim blijft hangen aan een omgekeerde lepel zonder er vanaf te vallen en de gardesporen in het mengsel keurig hun vorm behouden.
Schep de meringue met een lepel op de bakplaat (of spuitzak als je die hebt) op het bakpapier.
Bak de meringues ongeveer in 1 uur en 30 minuten in de oven tot ze droog aanvoelen en niet verkleurd zijn. De tijd is afhankelijk van de grootte. Ze behoren van buiten krokant te zijn en van binnen een beetje kleverig. Laat de meringues volledig afkoelen voor je ze van het bakpapier haalt. In een luchtdicht afgesloten bak kun je ze wel een paar dagen bewaren.
Snoepen maar!